BARF, KVV & NRV – wat is het verschil?

Voor mij was het een warboel aan informatie over het voeren van rauw vlees. De verschillende afkortingen die vaak door elkaar heen worden gebruikt maakte het voor mij niet gemakkelijker. KVV, BARF en NRV. En zo ging ik maar eens op onderzoek uit.

De 3 afkortingen hebben met elkaar gemeen dat het over rauw voer gaat (ook wel vers voer genoemd) en over vlees en vis.

De twee meest gebruikte termen in de rauw voer segment zijn KVV en BARF. NRV zie je minder, maar is ook een afkorting die gebruikt wordt.

KVV

KVV staat voor kant en klaar vers vlees. Dan wordt bedoeld: gemalen vlees en een maling waar zowel spiervlees, bot als orgaan in zit. De botten, het spier en orgaanvlees is bij KVV gemalen door de fabrikant en verpakt in porties.

BARF en NRV

BARF staat voor Bones and Raw Food of voor Biological appropriate raw food en NRV staat voor Natuurlijk Rauw Voeren. Beide benamingen bedoelen: het zelf samenstellen van een menu voor hond, waarbij wordt uitgegaan van het natuurlijke dieet van de carnivoor. In de praktijk werk je dan met losse onderdelen: karkassen, botten, organen, stukken spiervlees, vis. Dit stel je samen in bepaalde hoeveelheden, eventueel aangevuld met groenten.
Je kan zelf porties maken, afgestemd op de behoeftes van jouw hond met bijvoorbeeld kalkoen, geit, paard, konijn, gevogelte, rund, lam en diverse wild producten.

Het verschil tussen BARF en NRV is een zienswijze. De NRV stroming gaat ervan uit dat alleen dierlijk materiaal geven een volledige maaltijd voor je hond of kat is. De BARF zienswijze vult het dierlijke materiaal ook aan met groenten voor honden, een eitje en eventueel andere voedingsbronnen of supplementen.

Het voordeel bij BARF is dat je zelf kan bepalen welke diersoorten jouw hond krijgt, ook heb je meer invloed op het vetpercentage, de kwaliteit van het vlees en de verhoudingen.

Als de hond geen allergie heeft is het aan te raden om KVV merken en diersoorten af te wisselen.
Bij een hond die wel allergisch is kan het BARFen uitkomst bieden omdat je dan de maaltijd hierop af kan stemmen. Sommige KVV merken hebben enkelvoudige voedingen (1 diersoort per mix) die toch compleet zijn vanwege een premix, maar allergische honden kunnen ook daarop reageren. Door afwisseling van enkelvoudige KVV mixen zónder premix kan ook een complete maaltijd samengesteld worden.

De juiste verhouding voor een KVV is uit te drukken in de percentages waarmee het vlees is samengesteld: bot 15-25%, spiervlees 60-70%, orgaanvlees 10-30%. Als je door de maand heen minstens 4 diersoorten voert, of je geeft een kvv met een toegevoegde premix  (kunstmatige toevoeging van vitamines en mineralen), voer je een complete maaltijd en hoef je niet bang te zijn voor tekorten.

Bij het BARFen zijn deze verhoudingen iets anders. Bij BARF heb je vaak bevleesde botten, deze bestaan voor 50% uit bot en 50% uit spiervlees. Dit vul je aan met 20% orgaanvlees, waarvan 10% pens, 5% groenten en nog 25% spiervlees. De verhoudingen luisteren vrij nauw en het is belangrijk deze aan te houden om tekorten te voorkomen.

Bronnen: Voer voor Carnivoren – Tannetje Koning, florisvlees.nl, oervoer.nl